Aantekeningen bij de Bijbel: Psalm 109:6

Psalm 109:6

AB	Stel een slechte man over hem, en de aanklager staat aan zijn rechterhand.
SV	Stel een goddeloze over hem, en de satan sta aan zijn rechterhand.
WLC	הַפְקֵ֣ד עָלָ֣יו רָשָׁ֑ע וְ֝שָׂטָ֗ן יַעֲמֹ֥ד עַל־יְמִינֹֽו׃
Trans.	hafəqēḏ ‘ālāyw rāšā‘ wəśāṭān y^a‘ămōḏ ‘al-yəmînwō:

Algemeen

Zie ook: satan

Stel een goddeloze over hem, en de satan sta aan zijn rechterhand.

C.S. Lewis: De satan is hier de aanklager, of misschien de aanbrenger. Als de vijand wordt voorgeleid, laat hem dan schuldig bevonden en veroordeeld worden.; C.H. Spurgeon: Zij, die den Satan dienen, moeten zijn gezelschap verwachten, zijne hulp, zijne verzoekingen, en ten laatste ook zijn oordeel.
een goddeloze, of een slecht, boosaardig iemand.
de satan, of aanklager (cf. Kanttekeningen).

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הַפְקֵ֣ד

Stel

עָלָ֣יו

רָשָׁ֑ע

een goddeloze

וְ֝

שָׂטָ֗ן

over hem, en de satan

יַעֲמֹ֥ד

sta

עַל־

יְמִינֽוֹ

aan zijn rechterhand

Stel een goddeloze over hem, en de satan sta aan zijn rechterhand.

רָשָׁע ^H7563 "slecht, boosaardig persoon"; "gewetenloos" (NBV).
שָׂטָן ^H7854 "tegenstander, wederpartijder"; Uit de context moet men halen of het om een menselijke tegenstander (1 Sam. 29:4; 1 Kon. 11:14, 23, 25) gaat, of om een bovennatuurlijke tegenstander zoals de Engel des Heeren (Num. 22:22, 32) of satan (Job 1:6ev.; Zach. 3:1-2). "die hem aanklaagt" (NBV).

____

Afwijkende versnummering: hoofdstuk/vers MT 109:6; LXX 108:6;
רָשָׁ֑ע MT 4QPs^f;
וְ֝שָׂטָ֗ן MT καὶ διάβολος LXX ABP et diabolus Vg; ושוט[ןx4QPs^f; שטן Kennicott⁸⁰;
Voorkomend in 4Q88=4QPs^f (fragmentarisch);

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!